Hoe worden verkeerslichten en verkeersborden geplaatst?

De installatielocatie van eenverkeerslichtpaalis veel complexer dan zomaar een willekeurige paal in te voegen. Elk centimeter hoogteverschil wordt bepaald door wetenschappelijke veiligheidsoverwegingen. Laten we er vandaag eens naar kijken metfabrikant van gemeentelijke verkeerslichtpalenQixiang.

Hoogte van de signaalmast

De hoogte van het signaal bepaalt direct of verkeersdeelnemers het signaal goed kunnen zien. De nationale "Specificaties voor de installatie en opstelling van verkeerslichten" maken strikt onderscheid tussen deze twee aspecten:

Signaalverlichting voor motorvoertuigen: Vrijdragende installatiehoogtes van 5,5 tot 7 meter zorgen voor goed zicht voor bestuurders vanaf een afstand van 100 meter. Installaties op palen vereisen een hoogte van 3 meter of hoger en worden voornamelijk gebruikt op secundaire wegen of kruispunten met weinig verkeer.

Verkeerslichten voor niet-gemotoriseerde voertuigen: De optimale hoogte is 2,5 tot 3 meter, op ooghoogte voor fietsers. Bij montage op een paal voor gemotoriseerde voertuigen moet de zwaailamp boven de rijbaan voor niet-gemotoriseerde voertuigen uitsteken.

Voetgangersoversteekplaatslichten: Deze moeten verlaagd zijn tot 2 tot 2,5 meter om de zichtbaarheid voor voetgangers (inclusief kinderen en rolstoelgebruikers) te garanderen. Bij kruispunten breder dan 50 meter moeten extra verkeerslichten bij de uitgang worden geplaatst.

Fabrikant van gemeentelijke verkeerslichtpalen Qixiang

Locatie van de signaalmast

De keuze van de locatie van de signaalmast heeft rechtstreeks invloed op de dekking en zichtbaarheid van het signaal:

1. Wegen met gemengd verkeer en voetgangersverkeer

De verkeerslichtmast moet bij voorkeur op het rechter trottoir worden geplaatst, bij voorkeur bij de kruising met de stoeprand. Voor bredere wegen kunnen extra verkeerslichten op het linker trottoir worden geplaatst. Voor smallere wegen (totale breedte minder dan 10 meter) kan een verkeerslichtmast uit één stuk op het rechter trottoir worden geplaatst.

2. Wegen met gescheiden rijstroken voor verkeer en voetgangers

Indien de middenbermbreedte dit toelaat, dient de verkeerslichtmast binnen 2 meter van de kruising van het rechter trottoir met de rand van de rijstrook voor verkeer en voetgangers te worden geplaatst. Voor bredere wegen kunnen extra verkeerslichten op het linker trottoir worden geplaatst. Indien de middenberm te smal is, dient de verkeerslichtmast terug te keren naar het trottoir.

IJzeren regel: Verkeerspalen mogen in geen geval de blinde weg innemen!

Ook als aan de hoogtevereisten wordt voldaan, kunnen verkeerslichten nog steeds geblokkeerd zijn:

1. Binnen een straal van 50 meter van het licht mogen zich geen bomen of obstakels bevinden die hoger zijn dan de onderkant van het licht.

2. De referentie-as van het signaallicht moet binnen een straal van 20° vrij zijn.

3. Het is ten strengste verboden om lichtbronnen die verwarring kunnen veroorzaken, zoals gekleurde lampen of reclameborden, achter de lamp te plaatsen.

De regels en beperkingen met betrekking tot de plaatsing en plaatsing van verkeersborden zijn als volgt:

Locatie: Over het algemeen aan de rechterkant van de weg of boven de rijbaan, maar kan ook aan de linkerkant of aan beide kanten worden geplaatst, afhankelijk van de situatie. Waarschuwings-, verbods- en instructieborden mogen niet naast elkaar worden geplaatst. Indien naast elkaar geplaatst, moeten ze in de volgorde "verbod → instructie → waarschuwing" worden geplaatst, van boven naar beneden en van links naar rechts. Indien meerdere borden op dezelfde locatie nodig zijn, mogen er niet meer dan vier worden gebruikt en moet elk bord voldoende ruimte hebben.

Indelingsprincipes: Informatie moet doorlopend en ononderbroken zijn, en belangrijke informatie mag worden herhaald. De plaatsing van borden moet worden geïntegreerd met het omliggende wegennet en de verkeersomgeving en worden gecoördineerd met andere voorzieningen om de zichtbaarheid te garanderen. Borden moeten obstakels door bomen, gebouwen en andere constructies vermijden en mogen de grenzen van de wegconstructie niet overschrijden. Bijzondere scenario's: Borden op snelwegen en stedelijke autowegen moeten voldoen aan de "Verkeersbordenen Markeringen" standaard en geven duidelijke informatie. Borden op speciale weggedeelten, zoals tunnels en bruggen, moeten zijn afgestemd op de ruimtelijke kenmerken en de zichtbaarheid garanderen.


Plaatsingstijd: 21-10-2025