Verkeersregels voor verkeerslichten

In onze levendige stad zijn verkeerslichten overal te zien. Verkeerslichten, beter bekend als artefacten die de verkeersomstandigheden kunnen veranderen, vormen een belangrijk onderdeel van de verkeersveiligheid. De toepassing ervan kan het aantal verkeersongevallen aanzienlijk verminderen, de verkeerssituatie verbeteren en de verkeersveiligheid aanzienlijk verbeteren. Wanneer auto's en voetgangers verkeerslichten tegenkomen, moeten ze zich aan de verkeersregels houden. Weet jij wat de verkeerslichtregels zijn?

Algemene regels voor verkeerslichten:

1. Deze regels zijn opgesteld om het stedelijk verkeersmanagement te versterken, het verkeerstransport te vergemakkelijken, de verkeersveiligheid te handhaven en te voldoen aan de behoeften van de nationale economische opbouw.

2. Personeel van instanties, het leger, organisaties, ondernemingen, scholen, bestuurders van voertuigen, burgers en al het personeel dat tijdelijk naar of van de stad reist, moet zich aan deze regels houden en de bevelen van de verkeerspolitie opvolgen.

3. Het is het voertuigbeheerpersoneel en de passagiers van de instanties, het leger, organisaties, ondernemingen, scholen en andere afdelingen niet toegestaan ​​de chauffeurs te dwingen of aan te zetten tot het overtreden van deze regels.

4. In situaties waarin dit reglement niet voorziet, moeten voertuigen en voetgangers elkaar passeren met inachtneming van het beginsel dat de verkeersveiligheid niet in gevaar mag worden gebracht.

5. Bestuurders van voertuigen, die vee achtervolgen of berijden, moeten aan de rechterkant van de weg rijden.

6. Zonder toestemming van het plaatselijke bureau voor openbare veiligheid is het niet toegestaan ​​om trottoirs, wegen of andere activiteiten te bezetten die het verkeer belemmeren.

7. Op de kruising van de spoorlijn en de straat moeten veiligheidsvoorzieningen zoals leuningen worden aangebracht.

Verkeerslichtregels:

1. Wanneer het kruispunt een schijfverkeerslicht is dat het verkeer aangeeft:

Bij het passeren van een rood verkeerslicht kan de auto niet rechtdoor of naar links afslaan, maar hij kan wel naar rechts afslaan om in te halen;

Bij groen licht kan de auto rechtdoor rijden, of naar links of rechts afslaan.

2. Wanneer het kruispunt wordt aangegeven door de richtingaanwijzer (pijllicht):

Wanneer het richtingaanwijzerlicht op groen staat, is dit de richting waarin gereden mag worden;

Wanneer het richtingaanwijzersignaal op rood staat, mag u niet in die richting rijden.

Bovenstaande regels gelden voor verkeerslichten. Het is belangrijk om te weten dat wanneer het verkeerslicht groen brandt, voertuigen mogen passeren, maar dat afslaande voertuigen de doorgang van voetgangers die rechtdoor gaan niet mogen hinderen; wanneer het gele licht brandt, mag het voertuig, indien het de stopstreep heeft overschreden, doorrijden; wanneer het rode licht brandt, is het verkeer verboden.


Plaatsingstijd: 27-04-2022