Het belangrijkste doel van verkeerslichtfasen is om conflicterende of ernstig verstorende verkeersstromen goed te scheiden en verkeersconflicten en -hinder op het kruispunt te verminderen. Het ontwerp van verkeerslichtfasen is de belangrijkste stap in de signaaltiming, die de wetenschappelijke en rationele kwaliteit van het timingschema bepaalt en direct van invloed is op de verkeersveiligheid en de soepelheid van het kruispunt.
Uitleg van begrippen gerelateerd aan verkeerslichtlichten
1. Fase
Als in een verkeerslichtcyclus een of meer verkeersstromen op een bepaald moment dezelfde lichtkleur krijgen, wordt de ononderbroken volledige signaalfase waarin ze verschillende lichtkleuren krijgen (groen, geel en rood) een signaalfase genoemd. Elke signaalfase wisselt periodiek om groen licht te krijgen, oftewel om voorrang te krijgen op het kruispunt. Elke omzetting van voorrang wordt een signaalfase genoemd. Een signaalperiode is samengesteld uit de som van alle vooraf ingestelde fasetijdsperioden.
2. Cyclus
Onder cyclus wordt een volledig proces verstaan waarin de verschillende kleuren van de signaallamp achtereenvolgens worden weergegeven.
3. Verkeersstroomconflict
Wanneer twee verkeersstromen met verschillende stroomrichtingen tegelijkertijd door een bepaald punt in de ruimte passeren, ontstaat er een verkeersconflict. Dit punt wordt het conflictpunt genoemd.
4. Verzadiging
De verhouding tussen het werkelijke verkeersvolume op de rijstrook en de verkeerscapaciteit.
Fase-ontwerpprincipe
1. Veiligheidsprincipe
Verkeersstromen die niet met elkaar in conflict zijn, moeten binnen fasen tot een minimum worden beperkt. Verkeersstromen die niet met elkaar in conflict zijn, kunnen in dezelfde fase worden vrijgegeven, terwijl verkeersstromen die met elkaar in conflict zijn, in verschillende fasen moeten worden vrijgegeven.
2. Efficiëntiebeginsel
Het faseontwerp moet de benutting van tijd en ruimte op het kruispunt verbeteren. Te veel fases leiden tot meer tijdverlies, waardoor de capaciteit en verkeersefficiëntie van het kruispunt afnemen. Te weinig fases kunnen de efficiëntie verminderen door ernstige botsingen.
3. Balansprincipe
Bij het ontwerp van de fases moet rekening worden gehouden met de verzadigingsbalans tussen de verkeersstromen in elke richting, en de voorrang moet redelijk worden toegewezen op basis van de verschillende verkeersstromen in elke richting. Er moet voor worden gezorgd dat de stroomverhouding van elke stroomrichting binnen de fase niet te veel verschilt, om te voorkomen dat de tijd voor groen licht verloren gaat.
4. Continuïteitsbeginsel
Een stromingsrichting kan ten minste één keer per cyclus onafgebroken groen licht krijgen. Alle stromingsrichtingen van een inlaat moeten in continue fasen worden vrijgegeven. Als meerdere verkeersstromen de rijstrook delen, moeten ze gelijktijdig worden vrijgegeven. Bijvoorbeeld, als het doorgaande verkeer en het linksafslaande verkeer dezelfde rijstrook delen, moeten ze gelijktijdig worden vrijgegeven.
5. Voetgangersprincipe
In het algemeen dienen voetgangers samen met het doorgaande verkeer in dezelfde richting te worden vrijgelaten om conflicten tussen voetgangers en linksafslaande voertuigen te voorkomen. Bij kruispunten met een lange oversteeklengte (meer dan of gelijk aan 30 m) kan een secundaire oversteekplaats op passende wijze worden aangelegd.
Plaatsingstijd: 30-08-2022